big smiles in business

Het is nog niet gezegd dat de fiets er over een eeuw nog steeds is. De fiets is op dit moment voor ons Nederlanders een vanzelfsprekend vervoermiddel dat niet weg te denken is uit het straatbeeld en de cultuur. Pas aan het begin van de vorige eeuw groeide de tweewieler uit tot het eerste massavervoermiddel. Internationaal is de fiets inmiddels opgevolgd door de auto. Het is goed mogelijk dat we in 2120 amper meer fietsen.

De Fietsersbond kijkt in haar visie voor het jaar 2040 weliswaar geen eeuw vooruit, maar schetst wel een onderbouwd beeld van de nabije toekomst voor de fiets. De rol die de fiets in ons mobiliteitssysteem speelt, kan de komende decennia nog sterk veranderen, stelt de bond in de visie. Maar het ziet er niet slecht uit, mede door de komst van e-bikes, multimodale planners en flexwerken, de steeds grotere aandacht voor de kwaliteit van leven en de grotere behoefte aan een gezonde leefstijl.

Bedreiging
Aan de andere kant zijn er de ontwikkelingen rondom de zelfrijdende auto. Die ontwikkelingen kunnen een serieuze bedreiging vormen voor de fiets. Met een visie op de fiets in 2040 wil de Fietsersbond op deze ontwikkelingen inspelen. Waar de organisatie van droomt is dat heel Nederland in 2040 fietst. De tweewieler is voor de korte en middellange afstand de allerbelangrijkste manier om je te verplaatsen. Doordat we als bevolking hierdoor veel meer zijn gaan bewegen, zijn we aanzienlijk gezonder dan nu. Voor vrijwel alle Nederlanders en situaties is er een geschikte fiets. De auto heeft veel van z’n aantrekkingskracht verloren. De fietsers ervaren echt fietsgeluk. Dat wil zeggen dat ze zich snel, veilig en comfortabel voelen als ze op hun fiets op pad zijn.

Trends
Er zijn de komende jaren namelijk verschillende trends van invloed op het gebruik van de fiets. Dit zijn bijvoorbeeld verstedelijking, klimaatverandering, gezond leven, migratie, vergrijzing, een tweedeling in vervoermogelijkheden en de nieuwe kansen die slimme mobiliteit biedt.

De stedelijke gebieden groeien en krijgen een vervoerssysteem met openbaar vervoer en fiets als ruggengraat. Daartegenover staan krimpgebieden waar steeds minder mensen blijven wonen. Hier komen voorzieningen op grotere afstand te liggen, waardoor inwoners afhankelijker worden van de auto. De e-bike kan hier volgens de Fietsersbond een oplossing zijn.

Kleinere steden en Vinex-wijken vormen het middengebied. Hier zou de fiets een rol kunnen spelen door een fijnmazige (snel)fietsinfrastructuur. Dit in combinatie met flexibele mobility as a service-systemen, waarin mobiliteit als product wordt aangeboden.

Gezond leven
Gunstig voor de fiets is dat gezond leven vaker op de politieke en persoonlijke agenda staat. Wereldwijd zijn vooruitstrevende steden bezig met gezond leven in hun stad. Nederland volgt die trend. Steden die uitdagingen op sociaal, ruimtelijk en milieugebied het beste weten te combineren met aansprekende oplossingen, kunnen zich verzekeren van economische groei.

Ook worden senioren steeds actiever. In hun leven staat het ervaren van positieve ervaringen vaak centraal. Problemen met spierkracht, evenwicht, zicht en/of gehoor worden steeds beter gecompenseerd door nieuwe technologische op lossingen. Omdat ouderen oververtegenwoordigd zijn in de ongevalscijfers zijn investeringen in drukbezochte recreatieve routes al snel maatschappelijk rendabel.

Sinds het klimaatakkoord van Parijs is mobiliteit een belangrijke factor in het behalen van de doelstellingen voor CO2-reductie. Hier ligt een enorm potentieel voor de fiets. Meer dan 3,6 miljoen mensen wonen op (e-)fietsafstand van hun werk. De besparing in CO2 en de ruimte die vrijkomt bij een overstap op de fiets zijn niet te onderschatten.

Doelstellingen
Om de doelstellingen voor 2040 te bereiken heeft de Fietsersbond zes hoofdlijnen opgesteld. De eerste is: Het STOP-principe is leidend. STOP staat voor Stappen, Trappen, Openbaar vervoer, Personenwagen. Lopen en fietsen en ov hebben de voorkeur bij het ontwerpen van oplossingen op straat. Die gaan boven automobiliteit.

Streven naar een ‘FietsFamilie’ is de tweede lijn. Denk aan de vertrouwde (elektrische) fiets op straat, maar ook aan de hele lijn: van bakfietsen, transportfietsen, driewielers, speed-pedelecs, velomobielen en ligfietsen tot aangepaste fietsen voor ouderen en mensen met een handicap, riksja’s, fietstaxi’s, overkapte fietsen. Al deze voertuigen, waarvoor je je spieren nodig hebt om te bewegen, zijn lid van de FietsFamilie en welkom bij de Fietsersbond. De bonte stoet beheerst in 2040 het straatbeeld en heeft door zijn diversiteit en aanpassingsvermogen de dominante positie van de individuele personenauto weten over te nemen.

Fietsgeluk
De Fietsersbond zet zich verder in om fietsgeluk voor alle fietsers mogelijk te maken. Dat betekent dat mensen zich prettig voelen op hun fiets omdat ze snel, veilig, stressvrij en comfortabel kunnen fietsen. Elk kind heeft recht op een fiets en recht om te leren fietsen in een veilige omgeving. Het fietsnetwerk is zo aantrekkelijk dat iedereen er -dag en nacht- gebruik van durft te maken.

Een andere hoofdlijn is dat er voor alle fietsers in 2040 een veilige en comfortabele plek op de weg is. Dat kan omdat in het ideaalbeeld van de Fietsersbond de maximumsnelheid voor voertuigen binnen de bebouwde kom naar 30 kilometer per uur is gegaan en naar 60 kilometer per uur daarbuiten op de niet-snelwegen.

Verder zijn er dan drie routenetwerken voor de fiets ontwikkeld en gerealiseerd. Daarmee behoren conflicten binnen de FietsFamilie tot het verleden. Er zou een rustig netwerk voor kwetsbare fietsers moeten komen, het hoofdnet voor de fiets en een nieuw routenetwerk dat vooral geschikt is voor zware en snelle fietsen. Daardoor zullen er nog amper ongelukken met de fiets zijn.

Fietsen is behalve een plezierige manier om van A naar B te komen ook een belangrijk instrument geworden om Nederland leefbaarder, duurzamer, gezonder en bereikbaarder te maken. De gezondheid van de Nederlander is door het vele fietsen in 2040 sterk verbeterd ten opzichte van nu. Ook de luchtkwaliteit moet dan flink vooruit zijn gegaan, aldus het droombeeld van de Fietsersbond.